GroenLinks Oostzaan
GELD VOOR KINDEREN IN ARMOEDE
Vragen aan wethouder
De vorige staatssecretaris van Sociale Zaken, Jetta Klijnsma, wilde honderd miljoen euro extra aan kinderen in armoede geven. Het TV programma Nieuwsuur heeft onderzocht waar het geld terecht is gekomen. De conclusie: het belandde lang niet altijd bij de arme kinderen voor wie het bedoeld was.
Het plan
De gemeenten, verantwoordelijk voor het armoedebeleid, kregen het grootste deel van het geld: 85 miljoen euro. Klijnsma verdeelde dit bedrag over de Nederlandse gemeenten op basis van het aantal kinderen in arme gezinnen. Ze sprak met de gemeenten af dat zij hun al bestaande armoederegelingen zouden voortzetten. En dat dit geld gebruikt zou worden als extraatje voor de kinderen, als een aanvullende impuls.
Om er zeker van te zijn dat het geld bij de kinderen terecht zou komen zouden de gemeenten het in natura aan ze geven, bijvoorbeeld in de vorm van zwemlessen, voetbalschoenen, of een fiets.
De uitvoering
Gemeenten besteedden het geld op verschillende manieren. Sommigen schakelden stichtingen in die bijvoorbeeld verjaardagsfeestjes of sportlessen voor kinderen organiseren. In Den Haag kregen de kinderen een warme winterjas, een fiets en zelfs een smartphone. Volgens de Haagse wethouder Baldewsingh hoort een smartphone tegenwoordig tot de benodigde spullen, omdat kinderen er bijvoorbeeld hun rooster op kunnen bijhouden.
Maar niet alle gemeenten geven het geld uit zoals het bedoeld was,. Na een ronde van Nieuwsuur langs zo'n twintig gemeenten blijkt dat er al minstens vijf miljoen niet als extraatje bij de arme kinderen is terecht gekomen. Het geld is gebruikt om gaten in de begroting te dichten.
GroenLinks heeft de volgende vragen voor wethouder Schaafsma: zie bijlage
TERUG